|
|||||
Home | Collectie Congo Art | Kabongo | Mata-Paku | Kinsala | Mamba |
Henny Weima | Kunstacademie Kinshasa | School Alhadeff | Kinderkunst | Andere disciplines | Contact |
Collectie Congo Art: de voorgeschiedenis |de collectie| tentoonstellingen | meer informatie Plateau Bateke |
|||||
|
De voorgeschiedenis (1982 - 1998)Plateau des BatekeHet ontwikkelingsproject waarbinnen Henny Weima werkzaam was werd gefinancierd door een Duitse Ontwikkelingsstichting. Doel van dit projekt was om mensen uit de hoofdstad Kinshasa een kans te geven zich te vestigen op het platteland en daar een nieuw bestaan op te bouwen. Dit platteland was de Plateau de Bateke, een hoogvlakte twee uur rijden van de hoofdstad Kinshasa. Het projektgebied waarbinnen zich een en ander afspeelde is een gebied van plm. 26.000 ha (zo groot als de Noordoostpolder) Een dunbevolkt gebied waar zo veel mogelijk geprobeerd werd om de oorspronkelijke bevolking (vnl. de Bateke stam ) en de nieuwkomers met elkaar te integreren. Een achtergebleven gebied ook door de geisoleerde ligging, aan alle kanten ingeklemd door de verschillende zijarmen van de Congorivier. Acht nieuwe dorpen ontstonden, bevolkt door 230 families, tezamen zo’n 1500 personen.LandbouwprojectIn een stageperiode bekwaamden de boeren in spé zich o.a. in het kweken van nieuwe soorten groenten, het aanplanten van fruitbomen, het aanleggen van wegen en het maken van stenen. Na ongeveer een jaar trokken de boeren naar hun plaats van bestemming: een van de acht nieuwe dorpen in het projektgebied. Voor elke boer werden een aantal velden voorbereid om cassave te verbouwen en er werden groentetuinen aangelegd. Verkoop en transport van de opbrengsten hiervan werden centraal geregeld. In de dorpen begon men ook met het houden van pluimvee en er werden visvijvers aangelegd. Koeien en schapen hield men gemeenschappelijk. En de ossentrek werd uitgeprobeerd. Langzamerhand werd er ook begonnen met het aanleggen van een watervoorziening in elk dorp. Cultureel levenAl in de eerste weken, dat Henny op de Plateau des Bateke verbleef deelde zij haar krijtjes en papier met de kinderen van het dorp en werd er in haar kleine huisje in Mbankana enthousiast getekend. Heel snel kwamen er toen ook al een paar volwassenen, die om tekenmateriaal vroegen om ook aan de gang te gaan. Later werd het tekenen een vast onderdeel binnen het projektgebeuren, alles werd door een groep boeren in tekeningen vastgelegd. Er was in het algemeen sprake van een bloeiend cultureel- en sociaal leven. Scholen, bibliotheken, alphabetisatiegroepen, orkesten, theatergroepen ..........alles was volop en springlevend aanwezig. De collectieZondagsschildersHet werk van de zondagsschilders en kinderen van de Plateau Bateke maken het leeuwenaandeel uit van de collectie. De tekeningen werden door Henny Weima gebundeld en van tekst voorzien in het boek ‘Une vie nouvelle au Zaire’. Kabongo, de naieve tekenaar pur sang, bleef met gouache verf werken en koos allerlei politieke
thema’s, zijn getekende verhalen spelen zich zowel af in de hoofdstad Kinshasa als op dorpsniveau. Mata-Paku dook in het leven en de tradities van de Bateke bevolking, nadat hij zich als boer op hun grondgebied gesetteld had. Zijn favoriete techniek werd: een combinnatie van kleurpotlood, inkt en waterverf. Kinsala werkte uiteindelijk het prettigst met aquarelverf. Hij schilderde allerlei dorpse en stadse tafrelen, vooral in oorlogstijd, inclusief soldaten, een oproer e.d. Mamba is de meest decoratieve schilder van het groepje. Zijn figuren zijn opgezet in grote vlakken, alles heel kleurig, zoals op schoolplaten. Zijn thema’s zijn de dagelijkse tafrelen op het platteland. Pastels van Henny Weima Kunstacademie Kinshasa School Alhadeff Kinderkunst TentoonstellingenTentoonstellingstourneeVan 1986 to 1989 stelde Henny Weima een tentoonstelling samen van haar Zairese (nu: Congolese) collectie. Dit werk van zondagschilders, docenten van de kunstacademie in Kinshasa, school Aladeff, eigen werk (HW) en Zairese kinderen maakte een reis maakte langs verschillende volkenkundige musea. Musea zoals het Afrika Museum in Berg en Dal, het Wereldmuseum in Rotterdam en het Gerardus van der Leeuw Museum in Groningen. Ook in Hamburg en Keulen, in de foyer van die Deutsche Welle, was de tentoonstelling te zien. De reis eindigde in 1988 in Tervuren, het koloniale marmeren paleis in Brussel, gebouwd in de tijd, dat Congo nog een Belgische kolonie was. In Kinshasa zelf waren er verschillende exposities, in het Goethe instituut, le Musée National en in het Centre Culturel Français. Recentere tentoonstellingen Na 1989 organiseerde Henny Weima verschillende kleine exposities van het Congolese werk, in Wereldwinkels, scholen en centra voor ontwikkelingssamenwerking.
|